Amsterdam heeft te veel flexwerkers in callcenter
Amsterdam laat telefoontjes van burgers vooral door flexwerkers beantwoorden – tegen de afspraken over werkgelegenheid in.
n het callcenter van de gemeente is ruim 60 procent flexwerker, terwijl Amsterdam – voor zijn gehele ambtenarenapparaat, een streefcijfer heeft van 15 procent.
Van de 300 mensen die onder meer de vragen beantwoorden via informatienummer 14 020, is 63 procent flexwerker, zegt een woordvoerder van wethouder Touria Meliani (Personeel). Volgens onderzoek van vakbond FNV gaat het om een nog groter aandeel: 75 procent.
Met de FNV voeren de flexwerkers actie voor meer vaste banen bij het callcenter. Het uurloon is weliswaar ongeveer gelijk, maar doordat uitzendkrachten extra’s mislopen zijn ze op jaarbasis beduidend slechter af. Ze bouwen minder pensioen op, krijgen geen scholingsbudget, geen vrij op 1 en 5 mei en niet de eindejaarsuitkering voor telefonisten met een vast contract.
De gemeenteraad gaf 19 procent van de loonkosten uit aan ‘externen’
Bij het callcenter wordt veel meer flexwerk ingezet dan nodig is om de gaten te dichten bij ziekte en bij piekdrukte, zegt Fatima El Mourabit van de FNV. Heel wat uitzendkrachten werken er al drie jaar en worden steevast meer uren ingeroosterd dan hun uitzendovereenkomst voorschrijft. “Het is gewoon structureel werk.”
Iedereen flexibel
De FNV hekelt de onzekerheid die hun status als uitzendkrachten met zich meebrengt. “Geef ze dan een jaarcontract bij de gemeente.” Voor het callcenter maakt het weinig verschil, denkt El Mourabit. Ook medewerkers met een vast contract kennen hun werktijden niet ver van tevoren. “Het vaste personeel is ook heel flexibel.”
De flexwerkers, die anoniem willen blijven uit vrees afgedankt te worden door het uitzendbureau, zeggen dat het callcenter eronder lijdt. Ze spreken van een duiventil waar steeds nieuw personeel wordt ingewerkt. “Het gaat ten koste van de dienstverlening en dus van de burger.”
“Het verloop is erg groot,” zegt een ander. “Het motiveert niet als je maar blijft hangen in een uitzendcontract.” En dan is er nog de onzekerheid. “Ik heb ook een gezin.” Een derde uitzendkracht heeft het percentage flexwerkers zien oplopen. Het verloop is groot nu uitzendkrachten op de krappe arbeidsmarkt makkelijker kunnen uitkijken naar iets anders. “Het wordt erger.”
De flexwerkers zeggen dat het callcenter eronder lijdt. ‘Het is net een duiventil waar steeds nieuw personeel wordt ingewerkt’
Hij werkt al 3,5 jaar voor Amsterdam als uitzendkracht. Eerder is beloofd dat flexwerkers na die periode vast in dienst kunnen komen, maar die termijn is opgerekt. “Ik vind het ondraaglijk worden.” Zijn ervaring is dat uitzendkrachten die vaak ziek zijn een verlenging van hun uitzendovereenkomst kunnen vergeten. “Wij zijn wegwerpartikelen, zoals koffiebekers.”
Zwartboek
De strijd tegen het vele flexwerk bij de gemeente loopt al jaren. Twee jaar geleden verscheen een zwartboek waaruit bleek dat onder meer bij de afdelingen reiniging en communicatie medewerkers jarenlang aan het lijntje werden gehouden in een carrousel van uitzendcontracten.
Het aandeel flexwerk lag toen boven de 20 procent. Voor het hele ambtenarenapparaat werd in de gemeenteraad een streefcijfer van 15 procent vastgelegd. In 2017 gaf de gemeente 19 procent van de loonkosten uit aan ‘externen’ – dat was minder dan het jaar daarvoor.
Bij het callcenter zijn ook acht mensen voor vast aangenomen. “Een druppel op de gloeiende plaat,” zegt FNV’er El Mourabit. Ook bij het callcenter zou 15 procent het maximum moeten zijn, vinden de flexwerkers. Ze hebben hun hoop gevestigd op PvdA en GroenLinks, die zich twee jaar geleden vanuit de oppositie hard hebben gemaakt voor de flexwerkers en nu deel uitmaken van het stadsbestuur.
Volgens een woordvoerder van wethouder Meliani wil het stadsbestuur bewuster omgaan met de inhuur van externen, maar daarvoor is eerst onderzoek nodig.
Bron: Het Parool